Hoe zijn jullie in het buitenland terechtgekomen? 

Paul: “Ik werkte al voor Dutch Boosting Group in Nederland toen mijn partner een baan aangeboden kreeg in Berlijn, en besloot mee het avontuur aangegaan. Ik zat al twee jaar op een project van een grote gemeente, de voorbereidingsfase was voorbij en het contract zou de markt opgaan. De gemeente gaf aan graag met me verder te willen, omdat ik in die twee jaar al zoveel kennis had opgedaan rondom dit project. Ze zouden het zonde vinden om die kennis te verliezen en iemand opnieuw in te werken. Dat is de reden dat ik bij deze opdrachtgever ben gebleven terwijl ik verhuisde naar Berlijn. Ik kom één keer per maand terug naar Nederland. Ik werk dan bij de klant op kantoor maar probeer het ook altijd te combineren met een dagje op kantoor in Utrecht bij Dutch Boosting Group.”

Simone: “Ik ben ook via het werk van mijn partner in Tel Aviv beland, alleen werkte ik toen nog niet voor Dutch Boosting Group. Ik heb dus gesolliciteerd vanuit het buitenland. Ik ben heel blij dat Dutch Boosting Group me het vertrouwen heeft gegeven om vanuit Tel Aviv aan de slag te gaan. We zijn er open in gegaan met de instelling: “als het niet werkt, dan is dat zo en accepteren we dat”. Maar tot nu toe werkt het gelukkig! We hebben ook geen afspraken gemaakt over hoe vaak ik terug naar Nederland ‘moet’ komen. Dit omdat zowel Dutch Boosting Group als ik geen voorstanders zijn van vaak op en neer vliegen. Maar als ik naar Nederland kom, dan blijf ik wel altijd voor langere tijd.”

Aan welke projecten werken jullie?

Paul: “Ik werk dus voor een gemeente in de rol van omgevingsmanager. Ik praat met stakeholders en zorg dat hun eisen en wensen goed in het ontwerp worden verwerkt door de technici. We zitten momenteel in de fase dat aannemers en ingenieursbureaus zich inschrijven op het ontwerp. Wij maken vervolgens de keuze wie het mag gaan uitvoeren. Dat proces duurt een jaar, waarin we vragen stellen aan de kandidaten en ik het onderdeel waarbij ik betrokken ben geweest bewaak, zodat alles goed begrepen wordt.”

Simone: “Ik werk voor TenneT en sinds begin januari ook voor Schiphol. Daar ga ik als Systems Engineer aan de slag bij een project van een warmte-koude opslagsysteem. Ik zorg hierin voor procesbegeleiding bij het project. Bij TenneT werk ik aan het 2GW Program, ook als consultant Systems Engineering. Het 2GW Program is een project waarin TenneT verantwoordelijk is voor de aansluiting van meerdere 2GW windparken. TenneT moet hierin de elektriciteit van zee naar land voeren.”

Hoe blijf je verbonden met je Dutch Boosting Group collega’s als je zelf in het buitenland zit?

Paul: “Omdat ik één keer per maand naar Nederland kom voor mijn opdrachtgever, combineer ik dat altijd met een kantoordag in de Pastoe Fabriek. Het liefst de vrijdag, want dan zijn de meeste collega’s op kantoor. Verder zorg ik dat ik er 2 keer per jaar met de Heidagen bij ben. Ook ga ik mee op wintersport met een grote groep collega’s. Dat zijn wel echt verbindingsmomenten die ik belangrijk vind. Maar natuurlijk is er wel gemis. Ik mis vooral de gezelligheid en het met collega’s samenwerken aan een tafel, i.p.v. online inbellen. Gelukkig stellen collega’s zich constructief op met het feit dat ik naar Berlijn ben gegaan, en wordt er altijd een scherm opengeklapt bij een meeting. Het is veel bellen, mailen, appen en één-op-één meetings. We zijn door Corona natuurlijk ook al veel meer gewend geraakt om op deze manier samen te werken, en nu kan ik gelukkig nog wel één keer per maand op kantoor werken. Tuurlijk is het anders dan wanneer je er iedere week bent, maar ik heb zelf voor dit avontuur gekozen en er wordt alles aan gedaan om me betrokken te houden.”

Simone: “Het is inderdaad een beetje de prijs die je betaalt voor het avontuur in het buitenland en ergens anders een nieuw leven opbouwen. Dat is geweldig maar je levert dan wel ergens anders op in, en dat is een keuze. Ik zorg ook dat ik er met de Heidagen bij ben. En als ik in Nederland ben blijf ik altijd wat langer, zodat ik wat meer tijd heb met collega’s en nieuwe collega’s beter kan leren kennen. Sowieso plan ik, wanneer er nieuwe collega’s gestart zijn, een online kop koffie in zodat we kennis kunnen maken."

Wat zijn de voordelen aan het wonen in het buitenland?

Simone: “Voor mij heeft het werken vanuit het buitenland niet echt voordelen omdat mijn klanten in Nederland zitten. Maar het wonen in het buitenland en nieuwe avonturen aangaan vind ik wel geweldig. Ik vind het heel leuk om een nieuwe stad en nieuwe cultuur leren kennen. Ik denk wel dat het een extra voordeel zou zijn als je ook een project hebt in het land waar je werkt. Zo kun je je netwerk vergroten, connecties maken en sta je nog meer in de maatschappij.”

Paul: “Ik ben ook echt voor het avontuur naar Berlijn gegaan. Nederland en Amsterdam voelen bijna een beetje dorps aan vergeleken met Berlijn. Het is ook wel anders dan ik had verwacht. Op de middelbare school had ik een hekel aan taal, en nu zit ik in mijn vrije tijd Duits te leren. Je wilt onderdeel zijn van de maatschappij hier en gaat daarom ook veel meer op pad dan je in Nederland zou doen. Je wil de stad en nieuwe plekken ontdekken. Het brengt ook een bepaald soort energie met zich mee. Naast wat Duitse vrienden die ik heb gemaakt, kom je ook in een internationale community terecht. Iedereen zit daar in hetzelfde schuitje, is het avontuur in het buitenland aangegaan en wil nieuwe vrienden maken. Dus het geeft ook heel veel energie.”

Simone: “Omdat je hier minder sociale verplichtingen hebt dan in Nederland, kan je je vrije tijd helemaal indelen zoals je zelf wil. Wij proberen in het weekend ook vaak op pad te gaan om een andere stad te bezoeken en te ontdekken. In Nederland doe je dat minder snel omdat je altijd wel verplichtingen hebt zoals verjaardagen etc.”

Paul: “Wij gaan deze zomer ook gewoon lekker door Duitsland reizen. Je staat opeens veel meer open voor de simpelere bestemmingen en dingen. Omdat ik minder tijd doorbreng met vrienden dan in Nederland, leer ik meer op mezelf te zijn en mezelf te vermaken. Ik ga naar Duitse les, de sportclub en bezoek veel musea. In Nederland dacht ik er al vaak over om een schildercursus te doen, nu heb ik daar ook tijd voor!”

Wat missen jullie het meest uit Nederland?

Paul: “Fietsen! Ze zeggen dat Berlijn een fietsstad is, maar dat is omdat ze niet weten hoe relaxt het is om in Nederland te fietsen. En ook het kleinschalige van Nederlandse steden mis ik. Je bent nooit langer dan een kwartier onderweg, terwijl ik hier in een kwartier mijn wijk nog niet eens uit ben. In Nederland kun je overal naartoe fietsen en fietst iedereen, zelfs politici stappen lekker op de fiets.”

Simone: “Ik mis familie en vrienden het allermeest. Maar los van dat, gewoon het gemak waarmee je alles weet te vinden in Nederland. Dat kan over van alles gaan. De eerste paar weken is boodschappen doen al een hele klus. Je hebt hier veel verschillende supermarkten, van normaal geprijsd tot heel duur. Ik heb weleens gehad dat ik voor een paar producten 50 euro af moest rekenen. Maar ook als je bijvoorbeeld wat in huis wil klussen, in Nederland weet je een bouwmarkt zo te vinden. Hier moet je dat allemaal uitzoeken, waarbij je ook nog te maken hebt met een taalbarrière. Dat soort dingen kosten best veel tijd, vooral in het begin.”

Zien jullie jezelf ooit weer terugverhuizen naar Nederland?

Simone: “Het avontuur van in het buitenland wonen bevalt me wel heel erg, dus ik zou zeker nog wel een keer op een andere plek willen wonen. Maar ik zie mezelf uiteindelijk wel terugkomen naar Nederland, dichtbij familie en vrienden en waar alles goed is geregeld.”

Paul: “Ik sta er een beetje hetzelfde in. Wat als je ouders wat ouder worden, dan wil je voor ze kunnen zorgen. Maar dat is meer voor de verre toekomst. Als ik nog een keer de kans krijg om zo’n stap te maken zou ik het zeker doen. Maar niet volgend jaar, ik ben net gesetteld in Berlijn. Daar ga ik eerst van genieten!”